MIJN REDDINGSSLOEP
MIJN REDDINGSSLOEP
Een reddingsboot is een kleine, solide of opblaasbare boot, bedoeld voor evacuatie in geval van een ramp aan boord van een schip. Wist u dat oefeningen met reddingsboten verplicht zijn op grotere commerciële schepen? Reddingsvlotten (rafts) worden ook gebruikt.
Heden ten dage worden er veel kleine scheepjes voor de pleziervaart gebouwd en ook nog nieuw ontworpen, die sloep worden genoemd. Hier is echter veel kaf onder het koren. Diverse sportbootjes en wastobbes worden (met een touw eromheen) als sloep verkocht. Vaak hebben die ook een tros om het dolboord, de kabelaring, maar die doet dan dienst als stootwil. De verdikking om de boeg is afkomstig van de sleepvaart en wordt leguaan genoemd.
In Nederland worden zo'n 200 verschillende sloep-types aangeboden, vaak vernoemd naar plassen, meren of vaarten. Zoals een kenner zei: "er is geen sloot meer in Nederland waar nog geen sloep naar vernoemd is."
Moderne sloepen worden vooral van polyester gemaakt. De vaak overnaadse rompvorm is eenvoudig met een mal via de hand-layup methode te fabriceren. De laatste jaren worden ook sloepen gemaakt van het onderhoudsvrije aluminium.
De sloepen die MR Sloep levert, zijn een buitenlands product van buitenlandse toeleveranciers. Na de import wordt de sloep in eigen werkplaats afgemonteerd en betimmerd. Doordat de sloepen in Nederland afgemonteerd worden is het erg makkelijk om de verschillende opties zelf te bepalen.
Wij hebben de binnenzijde van de sloep in samenspraak met een gerenommeerde botenbouwer ontworpen. Dit is onze standaard uitvoering, maar het is natuurlijk ook mogelijk om een ontwerp naar eigen smaak te maken.
De mogelijkheid om de sloep te bekijken is mogelijk op afspraak.
Het was na de ondergang van de RMS Titanic op 15 april 1912, dat een beweging begon om een voldoende aantal reddingsboten voor alle opvarenden op passagiersschepen te hebben. Als sloependek werd aanvankelijk het bovenste dek voorgesteld, het promenadedek, waar de reddingssloepen goed bereikbaar waren voor de eerste en tweede klasse. Het oorspronkelijke plan was op het dek 64 sloepen te installeren, maar Bruce Ismay, de algemeen directeur van de rederij, vond de helft daarvan wel voldoende, zodat de passagiers een goed uitzicht zouden hebben. Daar kwam bij dat de passagiers zich zorgen zouden kunnen maken bij het zien van zoveel reddingssloepen. Een ander ontwerp voorzag in een vermindering van het aantal sloepen tot 20 (16 gewone plus 4 'opvouwbare' sloepen). Een rekensom laat echter zien dat voor de redding van 3300 opvarenden minimaal 63 sloepen vereist waren, als de Titanic met de maximale capaciteit van 2400 passagiers voer. Tijdens de 'maiden voyage' van de Titanic konden in totaal 1178 personen plaats nemen in een reddingssloep, ongeveer de helft van de 2200 mensen aan boord.